In 1977 kwam ik vanuit Adiyaman (Oost Turkije) met 3 kleine kinderen naar Nederland. Ik kwam in Pathmos wonen met Turkse en Nederlandse buren. Voor ons was een speeltuintje, maar omdat we nieuw waren durfden de kinderen er niet te spelen tussen de “Nederlandse” kinderen die ze niet konden verstaan. Toen de kinderen op school werden ingeschreven, moest mijn oudste zoon ontzettend huilen in het begin. Mijn man die bij Vredestein werkte (35 jaar lang) kwam erachter dat alle vrouwen de boodschappen deden en vond het tijd worden dat ik ook maar boodschappen moet gaan doen. Ik werd geholpen door de buren en haalde alle boodschappen bij Sanders , inclusief zijn sigaretten. Inmiddels hadden we gezinsuitbreiding en nog steeds het idee dat we later naar Turkije terug zouden gaan. We besloten daarom 2 van de oudste kinderen terug te sturen om daar weer goed Turks (hier verleerden ze dat) te leren. Achteraf was dit geen goede beslissing en zijn ze weer teruggekomen omdat Enschede hun thuis was en zij hier meer perspectief hadden. We zijn regelmatig op vakantie terug geweest , maar je bent toch een vreemde in eigen geboorteland. Na Pathmos waren we in staat een huis aan de Parkweg te kopen. Hier hebben we 9 jaar gewoond. Toen mijn man overleed ben ik moderner en kleiner gaan wonen in Deppenbroek (seniorenflat). Al mijn kinderen zijn hier blijven wonen en goed terecht gekomen, op mijn zoon na. Die is op vakantie gegaan naar Amerika en beviel hem zo goed dat hij daar is gebleven. Ik bel regelmatig en heb hem al 7 jaar niet meer gezien, omdat ik vliegangst heb. Laatst durfde ik het aan om zijn kamer op te ruimen en kwamen er allerlei emoties boven. Van alle plekken waar ik gewoond heb voel ik nog steeds de warmte en liefde voor Pathmos.