Maar wat in al die jaren in Enschede was opgebouwd werd op 7 mei 1862 in enkele uren geheel vernietigd. In voorafgaande eeuwen was Enschede al verscheidene malen geteisterd door branden, maar nu brandde de gehele stad af.De brand ontstond ’s ochtends in een arbeiderswoning aan de Kalanderstraat. (In de buurt van waar nu de Mc Donalds en America Today gevestigd zijn)
Het huis werd bewoond door Lodewijk van Voorst. In de achterkamer sloeg de vlam in de pan.
Zoals de meeste huisjes in de Kalanderstraat en de rest van Enschede was de woning van Van Voorst voor het grootste deel opgetrokken uit hout.
Het had al een paar weken niet meer geregend, dus de stad was kurkdroog, daarbij stond er een sterke oostenwind. Het vuur verspreidde zich razendsnel waardoor aan blussen nauwelijks gedacht kon worden.
De voor het bezoek van Koning Willem III, enkele dagen eerder, aangebrachte erebogen en guirlandes droegen er ook aan bij dat de brand niet te stuiten was. Alle kerken, scholen en publieke gebouwen werden verwoest. 650 gezinnen raakten dakloos, de hele oude stad binnen de grachten ging verloren in de immense vuurzee. De ramp leek compleet. Bijna alle fabrieken waren vernietigd.
Wederopbouw en stadsuitbreiding
Maar de verwoesting van de stad gaf de industrie de kans de vleugels uit te slaan. Buiten het weggevaagde centrum, waar een overvloed aan ruimte was werden nieuwe fabrieken gebouwd. Niet langer werd de “ouderwetse” Saksische bouwwijze toegepast, maar verrezen deftige herenhuizen aan de hoofdstraten.
Vlak na de stadsbrand bleek er een groot tekort te zijn ontstaan aan huizen voor de arbeiders, die in steeds grotere aantallen naar de stad trokken.
Om dit tekort op te vangen werden bij de textielfabrieken grote complexen van geheel identieke huisjes gebouwd die in lange rijen langs de straat stonden. Beroemde en beruchte Enschedese wijken waren de Krim, Sebastopol en Mexico (huidige Hoog & Droog bij de watertoren). In die buurten woonden de armste arbeiders van de stad. De huizen waren zeer klein en de leefomstandigheden slecht.
In enkele decennia nam de oppervlakte van de stad explosief toe. Vrijwel het gehele complex van essen ten oosten van de stad werd op uiterst chaotische manier bebouwd. Meestal langs de reeds bestaande paden en wegen bouwden de fabriekseigenaren de woningen voor hun arbeiders. Zo ontstond een wijk van nauwe straten en lage huizen, overschaduwd door de enorme fabrieken Kremersmaten, Transvaal en Oostburg van Van Heek.
De fabrikanten zelf verkozen een betere plek om te wonen. Zij bouwden grote villa’s op een laag gelegen stuk weidegrond aan de westkant van de stad, “Stadsmoatn” geheten.